11 Maart: Stampriet
Veel valt er niet te melden vandaag. Na het ontbijt nemen we afscheid van alle Duitsers en ploegen de achttien kilometer terug naar de B1. De B1 is de belangrijkste snelweg in Namibië. Hij loopt van en naar de hoofdstad, Windhoek. Stel je er niet al te veel van voor, het ziet er uit zoals bij ons een provinciale weg, maar dan wat meer gaten er in. Maximum snelheid hondertwintig. Dat moet je zien als de gemiddelde snelheid, inclusief alle vrachtwagens. Goed blijven opletten dus!
Het is maar vijftig kilometer naar Windhoek en het zijn de laatste van de Etios. In Windhoek downtown ruilen we hem om voor een Toyota Corolla Quest. Dat bevalt stukken beter, meer een auto zo te zeggen.
Ons doel van vandaag is Stampriet, een plaatsje vijftig kilometer van de B1 verwijderd. We komen er om twee uur aan. Onze lodge daar is het Stampriet Historical Guesthouse. Het blijkt een prima lodge waar we de enige gasten zijn. We luieren de hele middag bij het zwembad en eten 's avonds twee kudu biefstukken de man, weggespoeld met een heerlijk flesje merlot.
12 Maart: Grünau
We pakken de B1 weer op en rijden een dikke vierhonderd kilometer over een saaie, eentonige weg naar de Goibib Mountain Lodge, achtenveertig kilometer boven Grünau.
Onderweg stoppen we even voor een frisje in Tsess. Wat een gat blijkt te zijn. Opwinding alom als er vreemden het dorp binnen rijden.
We hebben een prachtige kamer met een fantastisch bed en we zijn weer de enige gasten. Het hoogtepunt moet hier de middag gamedrive met sundowner worden. Klokslag half vijf staat de pausmobiel voor de deur.
Het blijkt meer een farmdrive dan een gamedrive te worden. De lodge maakt onderdeel uit van een boerenbedrijf waar veeteelt de boventoon voert. Meet Hellboy met vrouw en kind.
Veel game is er niet. Wat vogels, zoals deze zeldzame ludwigs trap.
En de heel wat minder zeldzame korhaan.
Het landschap van deze vele vierkante kilometers grote lap grond mag er zijn. De berg hoort er ook bij.
Zoek het wild in onderstaande foto. Scroll daarna naar beneden voor het goede antwoord...
Inderdaad, gemsbokken.
En nog een steenbok die erg schuw is, net als zijn vele soortgenoten die we alleen uit de verte zien.
Dit is Thomas, onze wildspotter.
Dit zijn lithops oftwel levende steentjes. Ze worden ook wel "bushmen's buttocks" genoemd. Ze lijken als twee druppels water op stenen totdat ze hun prachtige bloemen tonen. Maar nu nog even niet.
Drie uur was wel wat erg lang. We zijn uitgehongerd als we uiteindelijk om half acht aan de supermalse lam gaan. Erg smakelijk.