18 Januari: Estancia Tercera Barranca
De rit het park uit is veel mooier dan de route die we hebben gereden om het park in te komen vanuit het zuiden. Laguna's, meren, bergruggen en vooral veel dieren onderweg. Het weer is in de ochtend nog niet echt geweldig. Het waait en het trekt maar langzaam open.
In een uithoek van het park is hotel Las Torres. Prachtig gelegen schitterend hotel, maar er één in de categorie onbetaalbaar. Een dag all-inclusive vanaf $1674 pp en dan heb je de goedkoopste kamer.
De weg er naar toe is ruig te noemen. We moeten even de spiegels inklappen voor dit krakkemikkige metalen/houten bruggetje, waarvoor een bord staat dat de passagiers uit de auto moesten vanwege het gewicht...
Eénmaal over de brug komen we een piepjonge guanaco tweeling tegen.
Moeders (of vaders) houdt de wacht terwijl zij (hij) bloemetjes eet.
Bij het hotel Las Torres doen we net of we gasten zijn en drinken er een bakkie koffie. Daarna lopen we een uitgezette, leerzame wandeling van ruim een uur.
We horen ergens getik, dat moeten spechten zijn...
Jawel hoor, twee soorten
zelfs. Een
Chileense grondspecht en een
streepkopspecht.
Ook de familie Magelhaengans laat zich gewillig op de foto zetten.
Het lijkt erop dat alle flamingo's, ook deze Chileense, een hekel hebben om op de foto te worden gezet. Ze draaien je steevast de kont toe.
Of als je te opdringerig wordt vliegen ze een stukje verder. Stomme toeristen!
Een estancia is een soort boerderij met heel veel land er om heen. Op sommige kan je ook logeren. Het zijn allemaal luxe tot zeer luxe onderkomens. Estancia Tercera Barranca is nog (net) betaalbaar voor ons.
In theorie zo mooi bedacht. Twee nachten in het park en één nacht er vlak buiten. Dat vlak buiten het park blijkt niet zo vlakbij als we wel denken... En zie de estancia maar eens te vinden. Hoezo afgelegen? De asfaltweg het park uit naar het gehucht Cerro Castillo wordt na twintig kilometer een (hoofd)gravelweg. Na vijftien kilometer wordt dat op zijn beurt een secundaire gravelweg. Tien kilometer verder komen we bij een rood hek. Dat moeten we openen en er doorheen rijden. De laatste twaalf kilometer door drie hekken, vandaar tercera barranca, is een veredeld karrepad. Dat stuk kost ons een half uur.
Dan doemt ineens de estancia voor ons op. Het waait en aan de boom kan je zien dat de wind altijd uit dezelfde richting komt. Het weer is inmiddels prima, al liggen de bergen in de wolken.
Het personeel van de farm komt nieuwsgierig kijken wie er uit dat piepkleine karretje kruipen.
Estancia Tercera Barranca is een schapenfarm. Er lopen er een paar duizend hier rond. Voor één van de lammetjes wordt onze komst fataal. Die haalt het einde van de dag niet en wordt door Don Juan vakkundig geslacht. Bescheiden neemt hij onze complimenten in ontvangst.
Het lammetje smaakt ons overigens voortreffelijk. Dit mede dankzij kokkie, wiens lust en leven het klaarmaken van allerhande lekkers voor de gasten is. Hier is ze bezig met de room voor de taart die we morgenochtend bij het ontbijt krijgen.
Dit is haar trots, een hout gestookt fornuis.
In de eetzaal, waar de open keuken aan grenst, snort ook nog een houtkachel. De avond valt hier laat en we genieten vanachter ons glas rode wijn lang van het uitzicht. Je kunt hier kilometers ver kijken.
Rozig van de warmte en de wijn lezen we nog wat en gaan dan in ons heerlijke, gigantisch grote bed een tukkie doen. Estancia's bevallen ons wel.