8 Januari: Duiken
De meeste duikscholen bevinden zich in Hurghada. De enige in Sal Hasheesh vaart maar af en toe uit en is ruim anderhalf maal duurder dan de Nederlandse duikschool Scuba Hurghada. Dus wordt het duiken vanuit Hurghada. Peet wordt opgehaald met een taxi die om half acht voorrijd. De chauffeur, Hosni, heeft er zin in. We bereiken snelheden tot honderdendertig kilometer per uur. Inhalen gebeurt zowel links, rechts als door het midden terwijl hij de halve wereld belt en onderwijl ongevraagd een filmpje over Luxor voor me opzoekt.
Om acht uur staan we voor de duikschool en kan de uitrusting worden gepast. Er hebben zich daar nog drie Hollandse duikenthousiasten gemeld. De boot vertrekt een uurtje later naar de duikplaats El Fanadir, een half uur varen noordwaarts.
Op de duikplaats is het een drukte van belang. In de directe omgeving liggen vijf schepen met in totaal zeker honderd duikers en snorkelaars. Wij, de vier Hollanders, mogen als eerste het water in. Echt warm is het niet, zo'n tweeëntwintig graden, maar met een wetsuit aan is het prima te doen.
De eerste duik van de dag is aan de noordkant van El Fanadir. We dalen af naar veertien meter. Het zicht is redelijk tot goed. Op deze diepte is het meeste rood, oranje, geel en groen al uit het licht zodat het blauw op foto's overheerst. Het is mooi beneden maar helaas is veel van het koraal hier al verdwenen. Er zwemt wel het een en ander met soms mooie schutkleuren.
Sommige vissen, zoals deze veertig centimeter lange steenvis, zijn dermate aangepast aan de omgeving dat je ze alleen met de grootste moeite kunt ontdekken. Wikipedia zegt: De steenvis, ook bekend als de rifsteenvis, is een vleesetende vis met giftige stekels op de rug, die leeft op de zeebodem, gecamoufleerd als een steen. Dat laatste lijkt me zeker correct.
Na de eerste duik gaan we lunchen en genieten van het uitzicht op wat kleine rotseilandjes.
Na de lunch volgt een tweede duik. Ditmaal aan de zuidkant van El Fanadir. Ook daar leven genoeg.
Een blauwgespikkelde pijlstaartrog probeert verstoppertje te spelen. Deze soort heeft twee giftige punten op zijn staart. Nadat hij ziet dat hij ontdekt is kiest hij het hazenpad.
Tegen half vier zijn we weer in de haven. Hosni heeft waarschijnlijk op zijn donder gekregen voor het (te) hard rijden. We halen nauwelijks de negentig kilometer per uur op de terugweg. Wel zo relaxed. Peet is nog net op tijd "thuis" voor de dagelijkse borrel. Al met al een enerverend dagje.