De omgeving - Calblanque en ons achterland
Onder de Mar Menor ligt een landtong die van Cabo de Palos tot aan Cartagena
loopt. Ten noorden van de RM-312 voornamelijk boerenland en kleine badplaatsen.
Ten zuiden ervan een aaneenschakeling van kliffen en steile rotswanden van
bijzondere schoonheid, eenzame baaitjes met azuurblauwe wateren, die slechts
toegankelijk zijn over zee of via kleine bergpaadjes.
Het kustgebied vanaf Cabo de Palos tot aan Portmán is beschermd natuurgebied
genaamd Parque de Calblanque, Monte de las Cenizas y Peña del Águila. Hier is
het oorspronkelijke natuurschoon nog bijna onaangetast. De Mar Menor Golf club
neemt jammergenoeg een flinke hap uit het park maar gelukkig is er nog aardig
wat over.
De begrenzing van het park is de bruine lijn op onderstaande kaart. De
hoofdingang ligt, vanaf Cabo de Palos gezien, even voor het dorp Los Belones. Je
kunt er ook komen via Llano del Beal, wat schuin achter ons huis ligt,
aangegeven door een X aan de linkerkant van de kaart hieronder.
In de verte ligt Cabo de Palos.
De zee is nooit ver weg hier.
Calblanque is niet alleen rotsen, strand en flora. Er zijn ook veel volgels en reptielen te vinden. Je kan zomaar over een kameleon struikelen.
Vanuit Los Belones loopt een weg naar Los Corralones die leidt naar Cabezo de la Fuente, een uitkijktoren van waaruit je van 342 meter boven zeeniveau een geweldig uitzicht hebt over de Mar Menor.
Verder zuidwaarts La Manga Club vakantiecomplex met verschillende golfbanen, tennisbanen, vijf sterren hotel etc.
Bij de uitgang ervan een door dennenbomen overschaduwde weg door een prachtig landschap naar Portmán, het Romeinse Portus Magnus.
Het heeft een leuke piepkleine vissershaven. Boven op de berg erachter kan je de windmolens zien die achter ons huis staan aan de andere kant ervan.
Naast de haven een zwart strandje, playa de Lastre, met een koffiebarretje.
Vanaf de rotsen rond de baai heb je een fraai uitzicht over de Middellandse zee. Geen wonder dat hier ook in vroeger jaren de kustbewaking was gestationeerd.
Van Portmán kan je naar La Unión, de "hoofdstad" van het mijngebergte, Sierra Minera, waar Carthagers en Romeinen tonnen en tonnen ijzer
en andere mineralen dolven. Vanuit Portmán werden die vervoerd naar alle uithoeken van het Romeinse Rijk.
Een blik vanaf de windmolens over de baai van Portmán.
De andere kant op kun je binnendoor dwars door het Calblanque park over een onverharde weg naar Llano del Beal.
Het landschap daar doet bij tijd en wijle bizar en bijna onaards aan.
Ons huis is ongeveer drie kilometer verderop, vlakbij de vroegere mijn "Las Matildes".
De V geeft aan waar het dakterras van het gastenhuis is. In de verte ligt El Algar.
Achter ons huis staat een bezoekerscentrum van de oude, niet meer in gebruik zijnde mijn Las Matildes. Ze hebben een Spaanstalige website.