20 Januari: Windhoek
In 2015 zijn we noodgedwongen een keer in Windhoek geweest. De huurauto die we toen hadden moesten we daar beschadigd en wel inruilen. We hebben toen niets van de stad gezien op het verhuurbedrijf na.
We stellen ons niet al te veel voor van Windhoek, maar ach, het is een kleine omweg en er ligt zeker een asfaltweg er naar toe. Op ons dooie gemak rijden we de ruim tweehonderd kilometer en tegen het middaguur arriveren we in onze lodge. Een particulier verhuurt drie kamers en er is wel wat bijzonders aan de hand. De badkamer is behoorlijk gedateerd. Om die nog wat aanzien te geven is hij helemaal wit geverfd. Niet alleen de muurtegels, nee echt alles. Dus ook de bril van het toilet en zelfs toiletpot. Niet alleen van buiten, nee ook van binnen tot op de bodem. Daar is al een poosje een gevecht tussen de verf en chloor aan de gang met als gevolg dat de pot van binnen bladdert. Het ziet er onsmakelijk uit.
De lodge ligt op zevenhonderd meter van DE bezienswaardigheid van Windhoek, de Christuskirche. Die is ruim een eeuw geleden gebouwd toen Namibië nog bezet was door de Duitsers. Ze zijn maar vijfendertig jaar hier de baas geweest maar hebben hun sporen ruim achtergelaten.
Namibië heeft zwaar geleden onder de Duitse en Zuid Afrikaanse bezetters. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze trots zijn op hun verzet daartegen en de onafhankelijk van het land. Tegenover de kerk ligt het independence museum. De architectuur doet erg Oostblok aan.
Het tekst onder het standbeeld geeft de lijdensweg aardig weer, "Their blood waters our freedom".
Bij de ingang van het museum staat een standbeeld van de eerste president, vader des vaderlands, Sam Nujoma.
We zijn al laat, het museum gaat om drie uur dicht. Een vriendelijke suppoost laat ons nog heel even wat foto's maken. We hebben het boek "Ik ben Hendrik Witbooi" van Conny Braam gelezen. Hendrik is zo'n verzetsheld en nu staan we oog in oog met een buste van hem.
Iets verderop hangt een muurvullende, gruwelijke plaquette die niets aan de verbeelding overlaat.
We lopen terug naar de lodge en passeren een oorlogsbegraafplaats. Hier liggen slachtoffers van de eerste wereldoorlog uit het gemenebest.
Het is zwaar bewolkt en bloedheet in de stad. We hebben wel genoeg gezien en gaan een ijskoud biertje drinken bij Krisjans, vlak om de hoek.
Terug in de lodge zwemmen we wat en zoeken een eetgelegenheid op voor straks. Die vinden we in de Cape Town Fish Market. Een schot in de roos naar later blijkt. Behalve veel verse vis en garnalen is er ook sushi te krijgen. We zijn niet de enigen daar, toute Windhoek, gekleed in battledress, zien we voorbij komen. Het is smullen geblazen en heerlijk om weer eens vis te kunnen eten. Onthouden die naam!