18 Januari: naar Gobabis
Na wat wikken en wegen hebben we gisteren besloten om niet in Ghanzi te overnachten, maar door te rijden naar Gobabis in Namibië. Dat is weliswaar een lang stuk rijden, zeshonderdtwintig kilometer, maar de weg schijnt prima te zijn en in Ghanzi is eigenlijk niets te beleven.
Klokslag acht uur vertrekken we uit het Waterfront, achteraf gezien een prima maar redelijk overprijsd onderkomen. De eerste driehonderdzeventig kilometer vliegen voorbij. Kwart over twaalf zitten we aan de lunch onder een boom bij een P langs de weg.
Wij zijn niet de enigen daar. Het is in Botswana een volkomen normaal verschijnsel dat er koeien, ezels en geiten langs en op de weg lopen.
De picknick tafels zijn ook in trek bij de ezels.
Vol goede moed vertrekken we voor de laatste tweehonderdvijftig kilometer. Na honderd daarvan gaat het mis. Het is gebruikelijk hier om de maximumsnelheid, die honderdtwintig is, te verlagen naar tachtig als er een zijweggetje komt, hoe onbetekenend dan ook. We worden niet ver na het bord van tachtig geklokt op honderdzes. Aiiiii.
De politieagent is niet te vermurwen en schrijft een bon uit. Daar doet hij een kwartier over. De schade is 420 Pula, ongeveer dertig euro. Zonde van het geld maar we hebben de staatskas een beetje gespekt.
Dertig kilometer verderop staan we bij de grens van Botswana en Namibië. Botswana uit gaat redelijk soepel, Namibië in is een ander verhaal. Wat nergens aangegeven staat is dat je eerst naar de politie moet voor de autocontrole, dan naar de immigratie en tot slot naar de douane. Het kost ons aardig wat tijd eer we eindelijk Namibië in kunnen rijden.
Dan is het nog honderdtwintig kilometer. Eitje, maar in het zicht van de haven treffen we wederom een politiecontrole. Een sterk staaltje machtsmisbruik en vreemdelingenhaat krijgen we over ons heen. Wat blijkt, er zit geen ZA landsticker op onze auto. Daar heeft tot dan toe niemand wat over gezegd en hoe moeten wij dat weten dat zoiets moet? Het is immers een huurauto en een waarschuwing kan toch ook? Maar deze nare hufter kent geen pardon en schrijft, ook alweer tergend langzaam, een prent van omgerekend vijfentwintig euro uit.
Betalen kan niet ter plekke, dat moet op het politiebureau. Daar hebben we na al die uren even geen trek in en rijden de laatste acht kilometer met stoom in de oren naar de Sandune game lodge. Dat blijkt een oase van luxe en relaxen. Prachtige kamers met platte zebra's aan je voeteneind, een infinity pool met heerlijke loungers etc.
Alles staat op een giga groot terrein met veel bomen dat onderdeel uitmaakt van een game reserve. Op de onderste foto rechts onze auto die voor de kamer staat.
Het zwembad schoonmaken lijkt ons ook een relaxed klusje. Deze man haast zich van geen kanten. Zijn maat ziet dat het goed gaat.
Voor en na het diner zitliggen we in de loungers aan het zwembad en zien steeds meer dieren naar de drinkplaats achter het zwembad komen. Fraai gezicht!
De verzorging is hier in een woord top! Iedereen is even vriendelijk en behulpzaam. We worden mammi en pappi genoemd door het personeel.