4 Maart: Valle de Pancanta
We slapen allebei slecht in Estancia 1790. Muf, benauwd, warm en een slecht bed. Het ontbijt in ook niet om over naar huis te schrijven. Dan maar were op pad.
Nadat we een dikke tweehonderd kilometer hebben afgelegd over weer eens een spectaculaire bergpas komen we in de valle Pancanta aan. We vinden het hier mooi en besluiten onderdak voor twee nachten te zoeken. Een veel geroemde Estancia in de vallei blijkt een vieze oude troep te zijn. Na nog wat te hebben gezocht komen we bij Pinar del Valle, waar een uiterst vriendelijke vrouw cabañas verhuurt. Haar blokhutten blijken ruim, proper en heerlijk rustig te liggen. Dit wordt het voor vandaag en morgen. Hier kan je luisteren naar het geloei van koeien en de kabbelende bergbeek die langs het terrein stroomt.
5 Maart: Valle de Pancanta
Van hier uit is het vijfentwintig kilometer naar de Inti Huasi grot. Inti staat voor de zonnegod en Huasi betekent huis. We verwachten er heel wat van, maar veel stelt het allemaal niet voor.
Voor de grot staat een bord dat alleen maar in dit land kan staan. Het is niet alleen verboden om in de grot te eten maar ook om mate te drinken. Yerba Mate is een zure theesoort die met een soort rietje uit speciale bekers wordt gedronken. De Argentijnen zijn er gek op, je ziet ze er overal mee lopen, thermosfles met heet water in de ene hand en een beker in de andere. Wij vinden het maar niks.
De schoonheid ligt hier in de natuur. Ze noemen dit weidse land op hoogte de sierra's. Ons doet het denken aan de Schotse Hooglanden.
Heel vroeger was het dorpje Carolina een mijnwerkersdorp waar goud werd gedolven. We moeten lachen om de bonte verzameling die dit "museum" daarover bij elkaar heeft geraapt en in de tuin gestald.
Terug bij Pinar de Valle pakken we een ligstoel en een goed boek. We nemen wat foto's van de directe omgeving. De eerste vanuit de ligstoel.
We komen ze overal tegen. Hier noemen ze ze cuis grande. Oftewel de zuidelijke dwergcavia. Ook bij de lodge lopen ze rond. Leuke beestjes om te zien.
We vinden dat we genoeg hebben rondgereden. Inmiddels staat de teller op 5200 kilometer. Morgen nog een lange rit van meer dan 400 kilometer naar de Valle de Uco. Daar gaan we de laatste drie dagen vakantie vieren en alle indrukken van de afgelopen weken verwerken.