1 Maart: Alta Gracia

Na Annabel nogmaals uitvoerig te hebben bedankt vertrekken we richting Alta Gracia. We komen na een uurtje rijden langs een groot meer en door de stad Villa Carlos Paz. Het is hier net een kruising tussen Disneyland en Las Vegas. Druk, schreeuwende reclames, kartbanen en meer van dat soort familievermaak. Hier gaan we toch maar geen kamer zoeken.

Het plan om naar Cordoba te rijden gaat in de ijskast. Het is hier in deze contreien op een hoogte van "slechts" vijfhonderd meter veel te heet, rond de vierendertig graden. Bovendien is het erg broeierig om een grote stad (1,3 miljoen inwoners) te bezoeken. Er wordt voor vrijdag koeler weer afgegeven, misschien dan.

Een kilometer of vijfentwintig onder Cordoba ligt een aardig stadje, Alta Gracia. Hier hebben zowel Che Guevara als Manuel de Falla een aantal jaren gewoond. De stad is ook bekend van de oude Jezuïeten Estancia die midden in de stad ligt. We parkeren de auto en nemen een foto van de kerk die bij de Estancia hoort. De Estancia zelf is dicht.

 

Om de hoek vinden we een redelijk geprijsde lodge, La Posada genaamd, en we besluiten niet verder te zoeken. De middag brengen we door met uitgebreid lunchen en in de airconditioned kamer hangen. Tegen een uur of vijf gaan we lopend naar het huis waar Che heeft gewoond in zijn jeugd. Dat staat in, zeg maar de vogelwijk van Alta Gracia. Ze hebben een museum van het huis gemaakt, maar daar schijnt niet veel aan te zijn. Op de veranda van het huis dit beeld van de jonge Che.

 

Aan de overkant is een winkeltje dat geheel in het teken van Che staat, zowel binnenin als buiten.

 

Een paar blokken verder is het (foeilelijke) huis waar de Spaanse componist Manuel de Falla heeft gewoond. Getuige de muurplaat is hij hier in 1946 "christelijk" gestorven. Onderstaand een bronzen buste van hem.

 

Teruglopend naar het hotel maken we wat sfeerplaatjes. Eentje van de auto van hoveniersbedrijf Jacobse en van Es, volgeplakt met scheurgras, een andere van twee eenden die geen idee hebben wat ze met de gehuurde waterfiets aanmoeten.

 

Tot slot van de wandeling gaan we naar de Jezuïeten Estancia waar het museum nu wel open is. De tuin en de gebouwen zien er mooi oud uit. We mogen gratis het museum in, maar mogen geen foto's maken. Daarom alleen foto's van de buitenkant.

 

's Avonds is er geen enkel restaurant te vinden dat voor negen uur zijn deuren opent. Dat duurt ons te lang. Moe en hongerig eten we op het terras van een bakker een pizza en drinken er een liter bier bij. Goedkoop, dat dan weer wel. Morgen vroeg op, naar de condors!

Klik hier voor het vervolg, Quebrada del Condorito

 

 

 

 

over ons & contact  cookies & privacy  bijgewerkt 15-09-2024