17 februari: Siem Reap
Na het ontbijt in de Red Hibiscus gaan we naar het vliegveld. Daar leveren we de auto in en vliegen naar Bangkok. In Bangkok hebben we een paar uur de tijd voordat we verder vliegen naar Siem Reap in Cambodja. We vliegen met een "propjet" van Siem Reap airways, een ATR-72. Mar wacht nog even onderaan de vliegtuigtrap voor de foto.
De vlucht is een belevenis. De ATR vliegt vrij laag, maximaal op tweeduizend meter hoogte, dus je kan de omgeving goed zien.
Eenmaal aangekomen in Siem Reap "airport" worden we door een stuurs kijkende Cambodjaanse hostess een loods ingedreven. Grote propellors hangen aan het plafond en er heerst een grimmige sfeer. Mar heeft het er niet zo op, al die militairen met hun AK47's.
Ter plekke betalen we twintig dollar per persoon en krijgen daarvoor een dik stempel in het paspoort. Daarna mogen we door een deur naar buiten. Daar worden we opgewacht door een Cambodjaan met een bordje met onze namen en die van de lodge erop.
Over zandweggetjes rijden we in een stokoude taxi naar de lodge. Daar aangekomen blijkt dat de Yaklom Angkor Lodge er precies zo uit ziet als de plaatjes die we hebben bekeken op internet. De baas van de lodge, Mr. Sompong Sritatera, spreekt goed Engels. De bungalows liggen in een soort tropische tuin. Peet wijst onze bungalow aan.
Na ons wat te hebben opgefrist gaan we aan de wandel in Siem Reap. En kijk eens wie we daar tegen komen, een oude Franse acteur...
Siem Reap blijkt een stoffig provinciestadje te zijn. Veel bijzonders is het niet, maar er hangt een lekker lome, relaxte sfeer.
Weer terug op het nest gaan we op zoek naar een chauffeur voor de komende dagen. Nou ja, hij vindt ons dus. Na wat heen en weer gesteggel over een prijs komen we uit op negen dollar voor drie dagen. Het blijkt een hele leuke kerel te zijn en iedere ochtend staat hij stipt op tijd op ons te wachten met zijn "taxi". We proudly present Mr Seaw!