22 februari: Bangkok
Tijdens de vlucht terug van Siem Reap naar Bangkok mijmeren we over al het moois wat we hebben gezien in Cambodja. De rest van de dag besteden we in Bangkok. We gaan weer naar het Nana Hotel en hebben ook weer een vijf sterren aanvaring met een taxichauffeur. We banjeren in de buurt van het hotel rond, gaan shopping malls in, eten heerlijk en gaan vroeg naar bed. Morgen wacht ons een bus-beemo-boot-beemo reis.
23 februari: Koh Mak
Vroeg in de ochtend pakken we de koffers en na het ontbijt lopen we naar de skytrain toe. Tweehonderd meter lopen en het zweet gutst met stralen van je rug af! Binnenin de futuristisch uitziende skytrain vries je bijna vast aan je stoel door de airco.
Na een korte rit stappen we uit bij het busstation Ekamai en nemen de bus naar Trat. Om een uur of twee in de middag komen we daar aan. Daarna rijden we met een songtaew, een soort pickup met bankjes, in een half uurtje naar de haven. We zijn ruim op tijd voor de boot naar Koh Mak, die er drie uur over doet om naar het eiland te varen.
Eenmaal op het eiland worden we opgewacht door een aantal songtaews. Een ervan neemt ons mee naar de meest luxe accomodatie aldaar, het Koh Mak Resort. We zitten in een hutje op de eerste rij aan het strand. Op de foto "onze" hut.
24-26 februari: Koh Mak
We blijven ruim een week op Koh Mak. We beleven niet al te veel, het leven bestaat uit luieren, eten en poedelen in zee. "Il dolce far niente", zo zou je de dagen op dit eiland kunnen samenvatten.
Helaas moeten we veel krabbelen, Peet erg veel. Op dat mooie stille stukje strand iets verderop waar niemand is, blijkt het vergeven te zijn van minuscuul kleine zandvlooien. Daar komen we veel te laat achter...
Het strand voor de deur en de golf van Thailand.
