9 Oktober: Klapmuts
Voor we weer op pad gaan wordt ons nog gevraagd of we interesse hebben in pollepels. Nee dus, al zijn ze wel mooi groot en stevig.
Om half elf hakken we de knoop door. We gaan toch maar niet lunchen bij Julien in zijn restaurant Kasteelberg waar we het jaar ervoor zo heerlijk hebben gegeten. We zitten nog bommie vol van het ontbijt in het Royal Hotel. We pakken de koffers en verlaten Riebeek Kasteel.
We rijden eerst naar Franschhoek. Toen we een paar dagen terug er door heen reden op weg naar Wellington leek het ons een aardig stadje. De plaats heeft leuke oude gebouwen, maar is wel erg toeristisch. Busladingen toeristen worden er gedropt en het puilt uit van de galeries. Beetje arty farty. We brengen een kort bezoek aan de Nederduits hervormde kerk, mooi van buiten, maar erg sober van binnen. Je kan zo zien dat het geen feestvierders zijn...
Om een uur of één houden we het voor gezien en gaan we naar Klapmuts, een plaats tussen Stellenbosch en Paarl. Daar hebben we gereserveerd in de B&B Natte Valleij. Dit is wederom een lot uit de loterij. Het landgoed wordt bewoond door de familie Milner die kort na de tweede wereldoorlog met al haar familiestukken uit Engeland is geëmigreerd naar Zuid Afrika. Pa Milner (Lord Mordaunt Milner) heeft nog in het House of Lords gezeten voor Yorkshire. Oude adel dus, "experience a bygone era" staat op hun website...
Tot voor een paar jaar werden hier renpaarden gefokt. Nu gebeurt er niet al te veel meer. Zoon Alexander is bezig een winery op te zetten. Charles en Charlene zijn nog geen zestig maar komen echt uit een andere tijd. Beetje à la prins Charles. Alles is "jolly good" en "old chap" zullen we maar zeggen. Hieronder de manor house.
Wij krijgen deze "vineyard cottage" uit 1714. Drie slaapkamers, twee badkamers, living, eetkamer en uitzicht op de wijngaard die achter de cottage ligt. Alles self catering, maar ze verzorgen met alle plezier het ontbijt voor ons in de manor. We voelen ons echt de koning te rijk!
De Natte Valleij is een prachtig landgoed waarop de hele familie woont en bij die mooie huizen hoort natuurlijk ook een prachtig aangelegde tuin. Mar lijkt zoiets ook wel wat.
Binnen in de manor staat, hangt en ligt voor miljoenen aan antiek. Net als bij Charles en Charlene zit er ook een beetje de mot in de perzen op de vloer. De hele familie is geportretteerd en hangt aan de muren. Er staat bijvoorbeeld de reiskist van Frederick uit 1653 en natuurlijk ook de bank die gemaakt is "when the twins were born" in 1686 (!).
10 Oktober, Klapmuts
Boven de ontbijttafel hangt een kaart van Afrika uit 1683 gemaakt voor "Charles, earl of Peterborow", de over-over-over-over grootvader van Charles. Peet is er verrukt van en met de welwillende hulp van Charles wordt het stokoude ding naar buiten gesleept voor een foto.
Ook de buren van de Natte Valleij zijn niet echt arm te noemen. Ze zijn de eigenaren van de Wiesenhof, een private game reserve van zo'n zeshonderd hectare, inclusief een eigen berg. Als gasten van de buurman hebben we gratis toegang en op vijftig meter van onze cottage is een hek waardoor we in een wereld van rust en stilte stappen. Er is een hoger gelegen meer wat maar vijf minuten lopen is.
We besluiten om twee nachten op het landgoed door te brengen en gaan in de middag onze eerste wandeling in de Wiesenhof maken. Er loopt alleen maar ongevaarlijk wild rond, we zien o.a. springbokken, wildebeesten, elanden en zebra's. De zebra's zijn nog het minst schuw en laten ons tot op dertig meter naderen, maar gaan er dan toch erg rap vandoor.
We lopen verder en struikelen bijna over een kadaver van een wildebeest. Ook dat is de natuur, het ligt hier te verrotten.
Bijna thuis van het eind lopen komen we de eigenaren tegen. Dit is ook een excentriek stel. De eigenaresse babbelt aan een stuk door en excuseert zich voor de kleding van haar man. Er zitten gaatjes in zijn broek, maar ja "he is building a helicopter at the moment". We snappen dat je dan niet je nette kleren aandoet...
We vermaken ons uitstekend op de Natte Valleij. De eerste avond gaan we in Stellenbosch eten, in de Fishmonger. De tweede avond halen we wat sosaties, bobotie en salade en warmen dat in de cottage op. Dat we het eten al in huis hadden gehaald was maar goed ook. Laat in de middag waren we de berg op gegaan en kwamen tegen zes uur hijgend boven. We moesten daarna bijna rennen naar beneden om voor het donker terug te zijn, want op de berg slapen leek ons maar niks.
Boven op kan je naar twee kanten kijken, richting Kaapstad met de Tafelberg op de achtergrond...
en richting de Simonsberg, genoemd naar de stichter van Stellenbosch, goeverneur Simon van der Stel, die nog geklaverjast moet hebben met (opa) Jan van Riebeeck...