18 Oktober: Nosy Be
De vlucht verloopt vlotjes en een uur na vertrek proberen we uit het toestel te komen en ons een weg door de hitte te banen. Het is 29°C, behoorlijk vochtig en het is pas negen uur in de ochtend. De komende dagen zal de temperatuur niet verder zakken dan 27°C ergens in de nacht.
De baas van Clair de Lune, ons onderkomen voor de komende dagen, staat keurig op ons te wachten. De weg van het vliegveld naar de lodge is een soort sightseeing toer van de helft van het eiland. Wij zijn vrijwel sprakeloos van de warmte en kunnen weinig anders doen de rest van de dag dan zweten, puffen, drinken, douchen, zwembad in, zwembad uit.
De lodge is mooi, de bungalows ook en zeer verzorgd. Het nadeel is dat de lodge zo'n vijfhonderd meter van het strand ligt middenin een dorp en er bijna geen zuchtje wind is. De bungalows staan in een schitterende tuin waar niet alleen bomen en bloemen staan. De tuinman helpt ons een handje met spotten.
Even later ziet hij nog een andere soort kameleon. Deze probeert in slowmotion te ontsnappen. We hebben echter tijd zat om de vlucht vast te leggen.
De tuinman port wat om hem van kleur te laten veranderen. Als hij geïrriteerd is wordt zijn keel rood.
We lunchen en dineren in de lodge. Tussendoor gaan we nog even naar Ambatoloka, het dorp wat aan het strand ligt. Ambatoloka is een trieste verzameling van bars en hangouts met oude slempende vette Franse vrijgezellen. De meesten hebben een piepjong Malagassich kuiken aan de arm bungelen dat de grootste moeite heeft om op pumps met naaldhakken van vijftien cm tussen de hobbels door op de been te blijven. Dit is niet ons ding, gatverre...
19 Oktober: Nosi Be
Vandaag huren we een "brommertje", een 110cc. Compleet met Willempiehelmen! Dat ziet er zo uit.
We toeren lekker rond in de brandende zon waar je niet veel last van hebt als je maar hard genoeg rijdt. We bezoeken het mooiste strand van Nosy Be, Andilana, maar tegen lunchtijd willen we toch ergens anders neerstrijken.
Het wordt la table d'Alexandre. Net alsof we met de teletijdmachine zijn terug gereisd in het Frankrijk van begin vorige eeuw. Alexandre blijkt een oude heer gekleed in een smetteloos wit gesteven koksbuis en hij speelt restaurantje. Zijn restaurantje is gelegen op een heuvel met uitzicht op de mangroves en de oceaan.
Het interieur lijkt te zijn vervaardigd uit de inhoud van een aangespoelde container van een Parijse brocante. Compleet met schilderijen van Bretonse kusten.
De lunch is prima en natuurlijk ontbreekt het oeroude "Poire belle Helene" niet. Maar dan wel met verse vanille.
Aan de overzijde van de mangrove zien we onze eindbestemming liggen, Nosy Sakatia. Dat is het eiland achter de bult op de voorgrond. Hier gaan we overmorgen naar toe.
We eindigen de dag in het Vanila hotel op zo'n twaalf kilometer van de thuisbasis. Het internet werkt hier tenminste en als we klaar zijn met uploaden hebben we nog even tijd om weer eens een zonsondergang te bewonderen.
Dan is het speren naar "huis". Het wordt binnen een kwartier pikkedonker en het is hier niet fijn tuffen met de motor. Gas erop dus!