14 Oktober: Ranomafana
In de ochtend trekt de mist langzaam op. Het belooft een mooie dag te worden. Vanuit onze tuin is het zicht op het woud prachtig.
Ranomafana park is een van de laatste stukjes overgebleven tropisch regenwoud van Madagaskar. Hier passen ze veel "slash and burn" toe, zonder oog voor het milieu. 95% van het oorspronkelijke regenwoud is al verdwenen.
We zijn zoals gewoonlijk een van de eersten in het park. Het blijft de hele dag droog, maar dat kan niet van onze ruggen worden gezegd. De vochtige warmte is drukkend en die dekselse lemuren hebben zich in het hoger gelegen gedeelte verstopt zodat we bergje op bergje af zwoegen.
Mar spot als eerste een vogeltje en dat blijkt ook nog eens een zeldzame ijsvogelsoort te zijn.
Een boomstam vol rupsen. Afblijven als je geen vreselijke jeuk wil krijgen.
Je komt dit park niet in zonder gids. En we willen graag een Engelssprekende gids, we zijn het Frans even helemaal beu. Na enig zoeken vinden we Adrian, die weliswaar bijna geen tand meer in zijn mond heeft, maar wel een aardig mondje Engels spreekt. Miriam gaat ook mee als verkenner/spotter. Ze bellen elkaar op als er iets te zien is.
Al snel zien we de eerste lemuur.
Hier zijn in totaal 11 soorten, maar vraag ons niet meer wat de verschillen zijn. Bruinachtig grijs, grijsachtig bruin, met rode bef etc. En dan zijn de mannetjes ook nog verschillend van de vrouwtjes qua uiterlijk. Adrian legt het ons steeds geduldig uit, maar we besluiten, het zijn allemaal lemuren. Ook deze bamboe etende rakker.
En weer een andere soort. Denk nou niet dat ze makkelijk te fotograferen zijn. Hoog in de bomen, tegenlicht, met de hand scherp stellen, onwijs bewegelijk en het zweet loopt tappelings over je knar.
Insecten zijn hier volop en die zitten tenminste stil.
Een boomslak ter grootte van een fors uitgevallen tennisbal.
En de volgende... echt waar, dit is weer een andere soort. Vraag het maar aan Adrian.
Adrian in het bamboebos.
Dit is de golden bamboe lemuur. Die is heel zeldzaam en pas vijftien jaar terug ontdekt, dus dat onthouden we dan maar. Komt alleen voor in dit park, zoals lemuren alleen voorkomen in Madagaskar.
Een knoert van een rups, centimetertje of vijftien lang, vreet zich een weg door de bladeren.
Kameleons zijn bijna niet te vinden overdag. We zoeken ons rot en, jawel, honderd meter voor het einde van de moordende vier uur durende tocht, ziet Adrian er een. Hier is ie dan, in verschillende poses.
Tevreden komen we bij de poort. Deze gewichtige meneer laat ons niet gaan voordat alles nauwgezet in zijn schoolschriftje is geschreven...
Nu rap naar de lodge om te douchen en wat droogs aan te trekken. De rest van de dag brengen we door in eethuisjes en het internetcafé