27 November: El Camino Real

Om een uur of negen in de ochtend vertrekt de trein van het station van Ollantaytambo. De trein moet ons naar de plek brengen waar we de trek naar Machu Picchu gaan beginnen. We schommelen anderhalf uur in de trein totdat we er bij kilometer 106 uit moeten stappen. Onze gids, Rene, staat daar op ons te wachten.

Waarom we op kilometer 106 moeten uitstappen en niet op kilometer 104 wordt ons nu duidelijk. De trek die we zouden gaan doen, El Camino Real (de koninklijke weg), is afgesloten wegens herstelwerkzaamheden. Het alternatief is 106, maar al snel blijkt dat die weg verre van koninklijk is...

Tot overmaat van ramp begint het ook nog te regenen. We moeten ruim zeshonderd meter omhoog over een soort loeistijl geitenpaadje. Hijgen, zweten, vloeken en bijna janken. Na twee uur door het regenwoud komen we aan bij Wiñay Wayna, een Inca tempel. De naam van de tempel, die op 2650 meter hoogte ligt, betekent in het Quechua "eeuwig jong". Zo voelen we ons op dit moment bepaald niet...

Rene belooft dat het vanaf nu alleen nog maar vlak is, we kunnen weer lachen!

 

De tempel ligt aan de voet van door Inca's aangelegde terrassen.

 

Daar beneden in de verte, aan de overzijde van de rivier, komen we vandaan.

 

Na Wiñay Wayna gaan we richting Intipunkku (poort van de zon) en uiteindelijk Machu Picchu. We voelen ons net deelnemers aan de elfstedentocht met de stempelposten.

 

Het pad is uiteraard niet helemaal vlak. Voor de Intipunkku is het zelfs op handen en voeten naar boven zwoegen. We huilen nu wel en zijn op sterven na dood als we bij Intipunkku aankomen. Wat nou zon, door de laaghangende wolken zien we niks van Machu Picchu. En het gaat ook nog harder plenzen. Het is met geen pen te beschrijven hoe kapot we zitten. Zijn we hier toch te oud voor?

We lopen in een dik half uur stijl naar beneden, van 2650 naar 2430 meter hoogte. "Ik wil helemaal Machu Picchu niet meer zien", kreunt Mar.
Maar het geluk is met ons, de wolken trekken op, het zonnetje komt tevoorschijn en dit is de beloning.

 

We blijven nog een uur rondlopen en nemen daarna de bus naar beneden, naar Aguas Calientes, waar we overnachten. Je kan wel lopen hoor, het is maar een uur door de haarspeldbochten naar de rivier op 2040 meter.

 

Dan zijn we in Aguas Calientes, wat hier ook wel Machu Picchu pueblo wordt genoemd.

 

Schrik niet, deze dump is onze lodge. De naam? Hostal la Payacha. Het is ook nog verlopen en vies daar. We hebben echter geen keus en zijn te moe om wat anders te zoeken. Om acht uur liggen we in ons bed, pal aan de spoorlijn aan de ene kant en de rivier aan de andere kant. We proberen in slaap te komen bij het donderend geraas van de rivier...

Klik hier voor het vervolg, Machu Picchu

 

 

 

 

  over ons
contact
 
cookies
privacy
 
bijgewerkt
22-11-2023