23 Februari: Salinas Grandes
Na een uitstekend ontbijt vertrekken we om een uur of negen richting Salinas Grandes, dat zestig kilometer verderop ligt. Purmamarca ligt op 2400 meter hoogte, de "grote zoutvlakte" ligt zo'n 1000 meter hoger op 3400 meter. Om daar te komen moeten we eerst een pas over die nog wat hoger is, de Cuesta de Lipán, die ons boven op de El Quemado brengt. Een tocht met veel haarspeldbochten die steil omhooglopen over een perfect geasfalteerde weg. Adembenemend, letterlijk en figuurlijk. We zijn blij als we boven zijn. Koud!!! De kou deert de inheemse bevolking kennelijk niet, er moeten souvenirs worden verkocht, ook daar.
De afdaling naar de salinas is minder spectaculair. De salinas zelf zijn dat wel. Er zijn nogal wat wolken, dat maakt het zicht ook wel mooier. Hier wordt zout gewonnen.
Toevallig (?) heeft Mar een bijpassend short en hoedje vandaag.
Midden in de salinas is een restaurantje waarvan het interieur vrijwel volledig uit zoutblokken is samengesteld. Van buiten wel wat stenen.
De toeristinformatie is hier voornamelijk bedoeld om je een tour aan te smeren. Je kan ook zelf de vlakte op. Het lijkt net alsof je over ijs loopt en any minute in een wak kan vallen. Ze maken hier vrijwel alles van zout(blokken), het huisje van de lokale VVV en zowat alle souvenirs.
Na de salinas is de enige optie voor ons om terug te rijden richting Purmamarca. De andere wegen zijn ofwel onbegaanbaar dan wel de verkeerde kant op. Nadat we Purmamarca passeren is het volgende stadje wat we tegen komen Tilcara. Volgens de gids een kunstenaarsdorp, volgens ons meer van hetzelfde, beetje arty farty. We zoeken daar een lodge, maar die zijn behoorlijk overprijsd.
Na een half uur zoeken geven we het op en rijden nog verder noordwaarts, naar Humahuaca. Het lijkt wel "hoe verder noordelijk, des te toeristischer". Humahuaca is nog meer een dorp van souvenirs en klederdracht. Wel een prachtig stadhuis.
Waar we niet van op de hoogte zijn is het carnaval. Morgen barst dat hier in alle hevigheid los en vandaag zijn er al volop voorbereidingen. Op het plein is alvast een podium opgericht en gezien de achtergrond kan je ervan verzekerd zijn dat er een ware panfluit orgie gaat losbarsten. Intussen is de jeugd al uit zijn bol aan het gaan.
Het carnaval wordt hier gevierd a la Holi in de Hindoestaanse gemeenschap, bekogel elkaar met verfbommen. Hier doen ze dat met scheerschuim en meel. Het lukt ons maar net om ongeschonden in het hotel te komen. Dat hotel is drie keer niks, maar goedkoop, vlak bij het centrum en ver genoeg van het panfluit gejammer.
Het is niet alleen maar elkaar bekogelen, maar ook een soort verkleedpartij. Sommigen lopen rond gekleed als de oude Spaanse conquistadores.
We vinden dat we nu noordelijk genoeg zijn gekomen. Er staat bijna drieduizend kilometer op de teller. Morgen keren we terug naar het zuiden. Salta, here we come.