23 Februari:
(onderweg naar) Baracoa
We zien een beetje op tegen de rit naar
Baracoa. Berichten over slechte weg op het laatste stuk, dus gaan we vroeg op
pad. De eerste 30 kilometer gaat als een speer, maar dan houdt de weg zo
ongeveer op. Kilometers kuilen en gaten, gravel en gemene grote keien, de
Peugeot kreunt af en toe en de uitlaat raakt zo nu en dan de bodem. Gemiddeld
rijden we nu 5 kilometer per uur en dat doet ons het ergste vrezen voor de rest.
Gelukkig gaat het na 10 kilometer weer als een speer en hotseklotsen we met een
behoorlijke vaart verder.
Bij Moa zien we deze oproep voor vrijwilligerswerk. De revolutie is hier nog lang niet voorbij ook al is het al 50 jaar geleden....
Moa is een vreselijke stad, een soort Tsjernobyl. Er zijn kolenmijnen en zware industrie. Er wordt absoluut geen rekening met het milieu gehouden. Hele stukken natuur zijn bedekt met een laag rood afval en bomen zijn afgestorven. Er hangen overal borden langs de weg dat je niet mag fotograferen. Zouden ze iets te verbergen hebben? Maar gelukkig wordt het na een half uur rijden ineens prachtig en ongerept. We rijden langs de zee en zien lagunes, baaien en riviermondingen. Twee foto's vanaf een brug waar we over rijden.
En wat dacht je, zou je hier niet willen worden begraven met uitzicht op de Caraïbische Zee?
De weg tussen Moa en Baracoa blijkt lang niet zo
slecht als in de boeken beschreven staat. We komen ruim voor het donker in
Baracoa aan. We worden hartelijk ontvangen door onze nieuwe gastheren en
Marianne wordt plat gezoend door oma en de mama van de Casa.
Nadat we ons hebben geïnstalleerd in onze Casa Particular gaan we op ons gemakje
mensen kijken op het dorpsplein voor de kerk.
Een broer van Fidel???
Een ex-honkballer???